16 jaar geleden ontwikkelde zich een heel lief klein baby'tje in mijn buik. Nog helemaal verbonden met mij.
Hij werd geboren, groeide en ontwikkelde zich. Al van het begin had ik door dat het een zeer levendig mannetje was. Zó levendig en vol beweging, dat ik ogen en oren tekort had om hem in de gaten te houden. Altijd was ik in de alert-stand. Als peuter wilde hij, al lopend op straat, nooit hand vast houden. Toch moest het van mij, want hij zou zo de weg op zijn gerend. Speelgoed was er om te slopen of om mee te gooien. Draaide ik mij even om, dan kon hij ineens uit het zich verdwenen zijn. Ging het niet zoals hij het in zijn hoofd had, dan gooide hij alles in de strijd om het te laten gaan zoals hij het wilde. Later werd de wereld te overweldigend en kwamen er angsten. Op de gewone basisschool lukte het allemaal net niet.
Alles wees op een diagnose...wat hij dan ook kreeg.
Was ik mantelzorger in die tijd? Ik noemde mezelf niet zo, want voor je kind doe je alles en al het extra zorgen hoorde er gewoon bij.
Nu, jaren later, kijk ik terug op die periode en zie hoeveel energie dat toen soms kostte. Altijd 10 stappen vooruit moeten denken, ogen in je achterhoofd moeten hebben, duidelijke grenzen stellen...áltijd...pfff...
Wat is het dan nu relaxed! Kind is puber geworden en gelukkig een hele leuke . Alles wat wij de afgelopen jaren hebben gedaan, opgevoed, geregeld, gekaderd en gestructureerd.....het was het allemaal waard. Langzaam mag ik het los laten. Van zijn hand vast moeten houden naar zijn arm om mijn schouder, een boomlange puber. En lachend kijkt hij naar beneden, naar mij. Ik kijk omhoog naar hem en ben trots. Dat lieve kleine baby'tje heeft zich ontwikkeld tot een stevige, goedlachse puber, met puberstreken en puber-eigenwijsheid.
Al lang uit mijn buik, maar nooit uit mijn hart
ps: met toestemming van dit kind, publiceer ik dit inkijkje in ons gezin
Reactie plaatsen
Reacties