Ze kijkt naar het rijtje krachtige vrouwen die ik in mijn coachpraktijk heb staan. De eerste krachtige vrouw is nog maar een kind. Ze heeft haar moeder nog nodig; voelt zich gesteund om de wereld en zichzelf te ontdekken. Haar moeder staat letterlijk achter haar.
De tweede vrouw is in haar pubertijdfase. Ze staat er een klein beetje uitdagend bij. Ze is op zoek naar haar grenzen. Wie is ze? Wat vraagt de wereld om haar heen van haar? Hoe verhoudt zij zich daartoe? Wie zijn haar vrienden? Is alles wat zij van haar ouders heeft geleerd wel waar? Wat wil ze hier zelf van meenemen? Niet dat ze zich bewust is van dit alles. Binnen in haar zijn veranderingen gaande die toewerken naar een meer evenwichtige jong volwassene.
Dit is het ideaal. Maar we kennen het bijna allemaal wel. Zo ideaal gaat het vaak niet. De moeder die je zo nodig had als kind was niet altijd beschikbaar. Ze had haar eigen issues en had soms geen tijd voor je. In de pubertijd kreeg je misschien helemaal geen speelruimte om te ontdekken, om je grenzen op te zoeken. Misschien voelde jij je verantwoordelijk voor je ouders en was je meer aan het zorgen dan aan het ontdekken.
De vrouw die de beelden van de krachtige vrouwen zag staan bleef een tijdje aandachtig kijken. Ze zuchtte diep ‘eigenlijk heb ik helemaal geen pubertijdfase gehad’. Door het kijken naar de vrouwen, door het proces waar zij in zat, zag ze het ineens. En dat niet alleen, maar ze voelde het in heel haar zijn. Het bracht verdriet met zich mee. Ze voelde dat pubermeisje in haar, wat geen grenzen kon zoeken, wat maar rustig bleef omdat anderen in het gezin al zoveel problemen hadden en gaven. Ze zorgde en zorgde. Dat bleef ze doen. Tot ze, in de vijftig, ontdekte dat ze nooit puber was geweest.
Nu gaat ze een proces in van het kind in haar herontdekken. Wat had dat meisje nodig? Waar had ze behoefte aan? In een later stadium zal ze gaan weten wat zij echt zelf wil. Vanuit de veiligheid van coaching mag zij ontdekken wie zij zelf werkelijk is, zodat ze ook weet waar haar grenzen liggen. Zodat ze ‘nee’ kan zeggen tegen dingen die zij niet wil. Want dat is waar ze nooit bij stil stond; ‘wat wil ik nu zelf?’
Het leven kan alleen achterwaarts begrepen worden,
maar het moet voorwaarts worden geleefd.
— Søren Kierkegaard
Nu begrijpt ze dat ze moeite heeft met grenzen omdat ze deze in haar pubertijd nooit heeft kunnen ontdekken. Ze bleef een verlengstuk van haar moeder. Wat haar moeder wilde, dat deed zij. Met dit inzicht kan zij verder. Ze gaat ontdekken waar haar grenzen liggen. In het begin zal dat misschien wat té assertief zijn, of heel aarzelend aftastend. Elke stap die ze zet is dichter in de richting waar ze wil zijn. Goed voor zichzelf zorgen, haar grenzen kennen, niet op een egoïstische manier maar mét oog voor de ander.